Wist je dat je krokante, luchtige Brusselse wafels kan bakken zonder gist en zonder zelfrijzende bloem?
Het geheim van een snelle, krokante, luchtige wafel is deeg te maken met ontzettend veel stijfgeklopt eiwit zonder enig ander rijs of gistmiddel.
Druk het wafelijzer niet volle bak dicht, want anders bak je een pannenkoek met ruitjes.
Brusselse wafels recept
- 80 ml volle (gesteriliseerde) melk
- wit van 4 eieren
- 2 dooiers
- 70 gram gewone bloem
- 60 gram hoeveboter
- 4 eetlepels griessuiker
Hoe Brusselse wafels bakken
- Doe de bloem in een kom, voeg er de dooiers aan toe en meng met een handklopper.
- Smelt ondertussen de boter en voeg ze daarna toe onder voortdurend kloppen.
- Meng er tenslotte de melk onder en klop tot een glad deeg.
- Warm een wafelijzer met de vorm voor Brusselse wafels op.
- In een andere kom doe je 2 eetlepels suiker en al het eiwit. Klop met elektrische kloppers op maximale snelheid totdat het eiwit begint op te stijven. Voeg dan de rest van de suiker toe en klopt alles verder stijf: beweeg met de kloppers in alle richtingen in de kom zodat al het eiwit goed wordt opgeklopt.
- Werk het opgeklopte eiwit met een spatel onder het bloemmengsel.
- Vet het wafelijzer in met een borsteltje gesmolten boter alvorens te vullen met deeg. Herinner hoeveel deeg je erin schept zodat je weet hoeveel deeg je nodig hebt voor de tweede en volgende wafels zonder dat er teveel deeg uit het ijzer stroomt maar je toch een volledige wafel kan bakken.
- Laat de Brusselse wafels goudbruin bakken, bestrooi met bloemsuiker, bespuit met slagroom of dien direct op met boter, honing en siroop.